Advies besluit vervoersautoriteit

advies op vraag
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken
Lydia Peeters

Tijdens de adviesprocedure over het ontwerpbesluit betreffende de vervoersautoriteit werd de MORA geconfronteerd met nieuwe informatie met belangrijke gevolgen voor de werking van de vervoersautoriteit, waaronder het openbaredienstencontract 2023-2027 van De Lijn en de koerswijziging m.b.t. de gefaseerde uitrol van basisbereikbaarheid. De MORA betreurt dat deze wijzigingen plaatsvonden binnen de gegeven adviestermijn omdat het een grondig en gedegen debat in de schoot van de Mobiliteitsraad over de gepaste rol van de vervoersautoriteit bemoeilijkte. Voorliggend advies moet dan ook binnen deze snel wijzigende context gelezen worden. De MORA verwacht dat in het verdere beleidsproces, en mede op basis van dit advies, meer politieke duidelijkheid geschapen wordt.

De raad vindt het belangrijk om de vervoersautoriteit te positioneren als onafhankelijk en neutraal tactisch orgaan met een sterke toezichthoudende en coördinerende rol. De MORA vindt hiervoor te weinig garanties terug in het voorliggend ontwerpbesluit.

De raad pleit er daarom voor om in het besluit sterker in te zetten op de tactische vertaling van strategische beleidsprincipes zoals combimobiliteit en het centraal zetten van de reiziger, en op de toezichts- en coördinerende functie ten opzichte van het operationeel niveau. De raad doet daartoe in dit advies enkele concrete voorstellen.

 

Contact